Privacy Tool Oude Persoonsgegevens Nieuwe Doelen
Een diagnosticerend hulpmiddel voor de praktijk bij een voorgenomen nieuw gebruik van reeds verzamelde persoonsgegevens
Deze tool:
- richt zich op het voorgenomen gebruik van reeds verzamelde persoonsgegevens met een nieuw doel
- helpt bij het maken van een eerste inschatting van de geoorloofdheid van dit voorgenomen nieuw gebruik, waaronder het koppelen, van reeds (rechtmatig) verzamelde persoonsgegevens door overheidsorganisaties
- gaat dus niet over het aanleggen van nieuwe verzamelingen persoonsgegevens en niet over het vaststellen of gegevens persoonsgegevens zijn
- geeft een indicatie over de toelaatbaarheid, een eerste diagnose, niet minder maar vooral ook niet meer
- is tot stand gekomen in een samenwerking tussen Geonovum en VIAG
Gebruik is simpel:
- vul de 36 vragen in
- sla je antwoorden ieder moment op om later weer door te gaan
- exporteer je antwoorden en resultaat in een rapport.
Wat meer over de tool
Deze tool helpt bij het maken van een eerste inschatting van de geoorloofdheid van een voorgenomen nieuw gebruik, waaronder het koppelen, van reeds (rechtmatig) verzamelde persoonsgegevens door overheidsorganisaties.
Het is dus alleen nuttig de tool te gebruiken in de volgende situatie:
- er is sprake van persoonsgegevens
- die reeds verzameld zijn
- voor een oorspronkelijk doel
- door een (partner van een) overheidsorganisatie
- geheel conform de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
- en waarvoor onze overheidsorganisatie nu een nieuw gebruik voorziet
- met een ander doel dan het oorspronkelijke
- ter uitvoering van haar publieke taak
- en uiteraard binnen de grenzen van de Wbp
Deze tool gaat dus niet over het aanleggen van nieuwe verzamelingen persoonsgegevens. Ook gaat de tool niet over het vaststellen of gegevens persoonsgegevens zijn. De tool richt zich dus op het voorgenomen gebruik van reeds verzamelde persoonsgegevens met een nieuw doel. Daarmee focust deze tool zich dus specifiek op een situatie die in de Wbp bestreken wordt door met name artikel 9. Kort gezegd gaat het daarbij om de vraag of het nieuwe gebruik van de data niet onverenigbaar is met het doel waarvoor deze in eerste instantie is verzameld.
Verder gaat de tool over de algemene regeling neergelegd in de Wbp. Er zijn tal van bijzondere regelingen, zoals bijvoorbeeld de Wet Basisregistraties personen, die specifieke regels bevatten over verwerking van de door die regeling bestreken persoonsgegevens. Daar gaat deze tool dus niet over.
De tool stelt een algemene diagnose
Uitkomst van de tool is een indicatie over de toelaatbaarheid, een eerste diagnose, niet minder maar vooral ook niet meer. Een logische vervolgstap moet steeds zijn een terugkoppeling naar de beleidsverantwoordelijke dan wel naar een Wbp-expert om de uitkomsten nader te toetsen en, zo nodig, maatwerkoplossingen te vinden. Met andere woorden: het invullen van de tool hoort bij het begin van het proces van voorgenomen verwerking en mag nimmer het eindpunt zijn.
Via het zijmenu biedt de tool de mogelijkheid om antwoorden te downloaden in een bestand en deze later opnieuw te gebruiken via het uploaden. Zodra de intake vragen beantwoord zijn, kunnen de antwoorden via de knop Intake antwoorden opnieuw opgevraagd worden bij het invullen van de (on)verenigbaarheidsvragen.
Waarom een tool?
Overheden, gemeentes in het bijzonder (onder meer veroorzaakt door het almaar groeiende takenpakket, met name in het sociaal domein), zien in toenemende mate de waarde van hun data. Deze waarde zit vooral in het vinden van nieuwe toepassingen, waarbij koppeling – vaak op basis van geo-locaties – centraal staat. Dit is (vaak) een nieuw gebruik van data, waaronder persoonsgegevens en dit vereist conform artikel 9 van de Wbp een toets. Lees hier meer over artikel 9 Wbp.
Voor wie is de tool?
De tool is (met name) gericht op ambtenaren werkzaam binnen gemeentelijke organisaties die gevraagd worden reeds verzamelde persoonsgegevens een ‘nieuwe bestemming te geven’ onder andere door deze te koppelen met andere reeds verzamelde data (dikwijls op basis van gemeenschappelijke geodata). Veelal zullen de gebruikers dus informatiespecialisten zijn, (bijvoorbeeld geo-informatie-specialisten of data-analytici), ‘eigenaars’ van data (met name afdelingen die in de uitvoering veel persoonsgegevens verzamelen) dan wel personen die op de naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) moeten toezien (gemeentejuristen en/of functionarissen gegevensbescherming). Uitgangspunt is dat deze personen enig begrip hebben van de regels rond de bescherming van persoonsgegevens. Mocht je deze kennis even willen opfrissen, lees dan meer bij Contouren van de regeling bescherming van persoonsgegevens
Wie moet de tool invullen?
De Wbp legt (vooral) verplichtingen op aan de zogenaamde ‘verantwoordelijke’: 'degene is die het doel en de middelen van verwerking vaststelt'. Concreet betekent dat dat als jij - althans de juridische entiteit waarvoor je werkzaam bent, in het geval van gemeentes is dit bijvoorbeeld Burgemeester en Wethouders - degene bent die beslist of, en zo ja, welke gegevens worden verwerkt, met welk doel dat gebeurt en op welke wijze, dan ben je de verantwoordelijke. Twijfel je of je de verantwoordelijke bent lees dan Wat is je rol? voor een uitgebreide beschrijving van het begrip ‘verantwoordelijke’. Uiteraard kunnen ook anderen de tool gebruiken (externe juridisch adviseurs of zogenaamde bewerkers of andere belanghebbenden), maar de werkelijke beoordeling wordt het best gemaakt door de verantwoordelijke: deze moet uiteindelijk de beslissing nemen over het al dan niet gebruiken en draagt daar de juridische consequenties van. Let op, het kan goed zijn dat er meerdere verantwoordelijken zijn voor het voorgenomen gebruik en het kan ook zijn dat de reeds verzamelde data bij meerdere verantwoordelijken berusten. In een dergelijk geval moeten alle betrokken verantwoordelijken de inschatting maken.
Welk probleem lost de tool op?
Voor het nieuwe gebruik van oude data, voor zover dat persoonsgegevens zijn, bevat de Wbp een specifieke regeling: artikel 9 Wbp. In de kern zegt dat artikel dat een dergelijk nieuw gebruik mag, mits het niet onverenigbaar is met het ‘oorspronkelijke doel’ van de verzameling. De criteria aan de hand waarvan dit getoetst moet worden zijn relatief abstract. Dit terwijl in de praktijk een grote behoefte bestaat dit goed te kunnen inschatten en het goede te doen. Dit goede is het optimaliseren van het gebruik van (persoons)gegevens met volledige inachtneming van wettelijke regels. De tool helpt deze toets uit te voeren.
Hoe werkt de tool?
In essentie is de tool een lijst (met toelichtingen) met vragen waarop antwoord gegeven moet worden. Afgezien van de 6 ‘intake-vragen’ zijn de vragen geformuleerd in de vorm van stellingen waarop slechts twee antwoorden mogelijk zijn: ja en nee. Aan de hand van de ingevulde antwoorden levert de tool een indicatie van de mate van geoorloofdheid van de voorgenomen verwerking – de uitkomsten worden ook grafisch afgebeeld - en doet handreikingen hoe een ‘te lage’ score verbeterd kan worden.
Hoeveel tijd kost het de tool in te vullen?
Het invullen van de tool is grotendeels afhankelijk van de betrokken (reeds verzamelde) persoonsgegevens: voor iedere verzameling moet de ‘(on)verenigbaarheid’ getest worden en de tool ingevuld worden, tegen de achtergrond van het voorgenomen nieuwe gebruik. Het invullen ervan voor het voorgenomen nieuwe gebruik van één verzameling persoonsgegevens kost naar schatting een half uur (een beetje afhankelijk hoe goed deze reeds gedocumenteerd is).
Wat zijn de begrenzingen van de tool?
De tool geeft een getalsmatige score op de vijf toetselementen van artikel 9 Wbp, en koppelt daar, aan de hand van de scores op deze elementen, een aantal adviezen aan vast om mogelijke tekortkomingen te adresseren. Dat gezegd zijnde is de tool geen panacee voor alle Wbp-kwalen: het levert slechts een indicatie en dwingt tot het beantwoorden van vragen die gesteld (en beantwoord) moeten worden voorafgaand aan een voorgenomen verwerking onder artikel 9 Wbp. Daarbij moet wel steeds in gedachten gehouden worden dat:
- de Wbp nu eenmaal abstract is en ondanks de concretiseringslag die de tool maakt, het uiteindelijk gaat om een eigen inschatting;
- die abstractie er ook toe leidt dat de adviezen om tekortkomingen op te lossen nimmer heel concreet kunnen worden.
Met andere woorden: het invullen van de tool hoort bij het begin van het proces. Het helpt bij het beantwoorden van de voorvragen en geeft een indicatie over de toelaatbaarheid. Een logische vervolgstap op het invullen van de tool is een terugkoppeling naar de beleidsverantwoordelijke dan wel naar een Wbp-expert om de uitkomsten nader te toetsen en, zo nodig, maatwerkoplossingen te vinden.
Wie mag de tool gebruiken?
Eenieder: de tool wordt door Geonovum ter beschikking gesteld onder een CC-BY licentie. Dat betekent dat eenieder hem mag gebruiken en verder mag verspreiden, onder vermelding van de naam van Geonovum.
Wie heeft deze tool gemaakt
Deze tool is samengesteld door Iris van de Kerk (thans Rijkswaterstaat), Bastiaan van Loenen (Geonovum) en Marc de Vries (The Green Land BV) in opdracht van Geonovum. Dit met de gedachte dat in toenemende mate geo-informatie een koppelpunt wordt bij het nieuw gebruik van bestaande data, waaronder persoonsgegevens. Aldus beoogt Geonovum met deze tool bij te dragen aan het goed gebruik van geo-informatie, mede in relatie tot de Wbp. Wil je meer weten over de relatie tussen geo-informatie en persoonsgegegevens, lees dan De rol van locatie: in toenemende mate hét koppelpunt van gegevens
In november 2017 heeft de VIAG de tool geadopteerd om deze breder te verspreiden onder haar leden en desgewenst verder te ontwikkelen.
Wie heeft verder bijgedragen?
De volgende personen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze tool:
-
NaamOrganisatie
-
Barneveld, D. vanMinisterie van Infrastructuur en Milieu (begeleidingsgroep)
-
Coumans, MGemeente Amsterdam
-
Gardeniers, H.Net2Legal Consultants
-
Gommans, J.Gemeente Dodrecht
-
Hoepman, J.Radboud Universiteit Nijmegen
-
Jager, E.Gemeente Amsterdam
-
Padding, PGeonovum
-
Pleeging, J.Gemeente Zwolle
-
Rooy, K. deProvincie Noord-Holland (begeleidingsgroep)
-
Steeg, T. van derGemeente Almere
-
Stor, R.Geonovum
-
Verdonk, Y.Geonovum
-
Velde, R. van deGeonovum (begeleidingsgroep)
-
Vetjens, B.TNO (begeleidingsgroep)
Verdere ontwikkeling
Uiteraard is een tool nooit af en kan deze altijd verbeterd worden. De VIAG ontvangt graag suggesties vanuit het veld en zal aan de hand daarvan nagaan of en zo ja in welke vorm een vernieuwde versie gemaakt kan worden.
De tool
De tool helpt je bij het maken van de inschatting of een voorgenomen verwerking van reeds verzamelde persoonsgegevens toegestaan is. Die inschatting maak je door onderstaande vragenlijst in te vullen.
Lees meer over de toolHoe is de tool opgebouwd en hoe werkt deze?
Deze vragenlijst bestaat uit drie onderdelen:
- De 8 voorvragen: goed beschouwd zijn dit ‘drop out’ vragen die voorkomen dat je alle vragen van de tool afwerkt en dan pas tot de ontdekking komt dat dat eigenlijk helemaal niet nodig was geweest. Op basis van de uitkomsten van deze vragen kan je vaststellen of je de tool überhaupt nodig hebt maar ook of je voorgenomen nieuwe gebruik een kans maakt toegestaan te zijn.
- De 6 intake-vragen: nadat je dus vastgesteld hebt dat het gebruik van de tool voor jou nuttig is, helpen deze 6 intake-vragen je een aantal strakke contouren te trekken rond de voorgenomen verwerking, de persoonsgegevens, de grondslagen, de doelen en de gebruikers. De antwoorden die je hier geeft moet je dus steeds meenemen bij de beantwoording van de vragen die daarna komen: ze vormen als het ware ‘de feiten’ van je voorgenomen verwerking.
-
De 35 (on)verenigbaarheidsvragen: nadat je de feiten hebt vastgelegd, kan je overgaan tot het maken van de inschatting of je voorgenomen gebruik verenigbaar is in de zin van artikel 9 Wbp. Die inschatting baseer
je op de scores die je maakt op de vijf elementen die artikel 9 Wbp noemt, te weten:
- Verwantschap van de doelen
- Aard van de gegevens
- De gevolgen van de verwerking
- De wijze van verkrijging van de gegevens, en
- De waarborgen
Wat mag je verwachten van de tool en wat niet
Deze tool is geen panacee voor alle Wbp-kwalen: het levert slechts een indicatie en dwingt tot het beantwoorden van vragen die gesteld (en beantwoord) moeten worden voorafgaand aan een voorgenomen verwerking onder artikel 9 Wbp. Daarbij moet wel steeds in gedachten gehouden worden dat:
- de Wbp nu eenmaal abstract is en ondanks de concretiseringslag die de tool maakt, het uiteindelijk gaat om een eigen inschatting;
- die abstractie er ook toe leidt dat de adviezen om tekortkomingen op te lossen nimmer heel concreet kunnen worden.
Eerstelijnshulp
Met andere woorden: het invullen van de tool hoort bij het begin van het proces: het is een eerste lijnshulp. Het helpt bij het beantwoorden van de voorvragen en geeft een indicatie over de toelaatbaarheid. Een logische vervolgstap op het invullen van de tool is een terugkoppeling naar de beleidsverantwoordelijke dan wel naar een Wbp-expert om de uitkomsten nader te toetsen en, zo nodig, maatwerkoplossingen te vinden.
Geonovum en VIAG stellen deze tool graag en gratis en voor niets ter beschikking aan eenieder die deze wil gebruiken. Bij het maken van deze tool heeft Geonovum haar best gedaan fouten te voorkomen. Het kan evenwel niet worden uitgesloten dat de tool fouten bevat of bij concrete toepassing in de praktijk tot indicaties leidt die niet kloppen. Dit is nu inherent aan een tool – het is een hulpmiddel dat een groot aantal gevallen probeert te beslaan maar ieder geval is natuurlijk uniek – maar vooral ook aan de Wbp die immers een zeer abstracte regeling is. Gebruikers worden aangemoedigd eventuele (vermeende) tekortkomingen te delen met de VIAG via ons e-mailadres.
Toepasselijkheid op toekomstige regelgeving (AVG)
In mei 2018 zal de toepasselijke regelgeving veranderen: de Wbp wordt vervangen door de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De relevante regels voor het vaststellen of je reeds verzamelde persoonsgegevens voor een ander doel mag gebruiken - het onderwerp van deze tool - verandert materieel gezien niet (artikel 9 Wbp correspondeert met artikel 6 lid 4 AVG).
Voorvragen
Waarom deze voorvragen?
Om te voorkomen dat je alle vragen van de tool afwerkt en dan pas tot de ontdekking komt dat dat eigenlijk helemaal niet nodig was geweest, doe je er goed aan eerst een aantal voorvragen te beantwoorden. Op basis van de uitkomsten kan je vaststellen of je de tool uberhaupt nodig hebt en ook of je voorgenomen nieuwe gebruik een kans maakt toegestaan te zijn onder de Wbp.
Start de voorvragen Nadere uitleg voorvragen
Hoe in te vullen?
In de vragenlijst loop je door de 8 te beantwoorden vragen. Deze zijn geformuleerd in de vorm van een stelling. Als de stelling op je van toepassing is, beantwoord je de vraag met ‘ja’ (en zo niet met ‘nee’) door het relevante boxje aan te vinken. Iedere vraag bevat een toelichting, op te vragen via de 'Toelichting op vraag'-knop.
Aan de hand van het antwoord dat je geeft zal de tool je uitleggen wat de implicaties zijn. Als je bijvoorbeeld hebt ingevuld dat de gegevens die je wil gaan verwerken geen persoonsgegevens zijn, zal de tool je zeggen dat je kan stoppen met het invullen van de vragenlijst. Uiteraard zijn de vragen ook hiërarchisch gestructureerd: de belangrijkste drop out criteria komen het eerst.
Let op: voor iedere verzameling persoonsgegevens die je wil gaan gebruiken voor een nieuwe doel moet je de tool invullen. Dus stel je hebt (1) een verzameling gegevens over personen die een huursubsidie ontvangen en je wil deze koppelen met (2) een verzameling gegevens over watergebruik op BAG-adresniveau en (3) een verzameling gegevens over opgehaald huisvuil op BAG-adresniveau en daarmee wil je een eerste indicatie krijgen over mogelijk ten onrechte ontvangen huursubsidies, dan moet je dus 2 maal de tool invullen. Immers, de eerste verzameling gebruik je niet voor een ander doel, maar de tweede en derde duidelijk wel.
Hulp bij het snappen
De Wbp is een ingewikkelde regeling en bevat vele abstracte en juridisch technische termen. Daarom bevatten de tool hyperlinks die je naar doorleiden naar uitgebreidere uitleg en de relevante wetsartikelen.
- ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene;
- de noodzaak daartoe op grond van een (te sluiten) overeenkomst;
- een wettelijke verplichting dan wel de uitvoering van een publiekrechtelijke taak die daartoe noopt;
- de aanwezigheid van een gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke dat boven het belang van de betrokkene prevaleert.
Intake
De 6 intake-vragen
Als je bij de beantwoording van de voorvragen nergens ‘eruit gevallen bent’ - ben je dat wel, dan is of de Wbp in zijn geheel, of art 9 Wbp niet van toepassing of het is zeer onwaarschijnlijk dat je voorgenomen nieuwe gebruik toegestaan is - dan ben je aangeland op het punt dat je met behulp van de tool kunt gaan inschatten of het voorgenomen nieuwe gebruik toegestaan zal zijn onder artikel 9 Wbp. Om deze inschatting te maken moet je eerst een aantal 'intake-vragen' beantwoorden. Hiermee trek je een aantal strakke contouren rond de gegevens, de grondslagen, de doelen en de gebruikers. De antwoorden die je hier geeft moet je dus steeds meenemen bij de beantwoording van de vragen die daarna komen: ze vormen dus het uitgangspunt.
Start intakevragen Nadere uitleg intakevragen
Hoe in te vullen?
In de tabel hieronder zie je de 6 te beantwoorden vragen. Dit zijn ‘open vragen’. De antwoorden kunnen in de invulruimte achter de vragen ingevuld worden. Iedere vraag bevat een toelichting, op te vragen via de 'Toelichting op vraag'-knop.
Let op: voor iedere verzameling persoonsgegevens die je wil gaan gebruiken voor een nieuwe doel moet je de tool invullen. Dus stel je hebt (1) een verzameling gegevens over personen die een huursubsidie ontvangen en je wil deze koppelen met (2) een verzameling gegevens over watergebruik op BAG-adresniveau en (3) een verzameling gegevens over opgehaald huisvuil op BAG-adresniveau en daarmee wil je een eerste indicatie krijgen over mogelijk ten onrechte ontvangen huursubsidies, dan moet je dus 2 maal de tool invullen. Immers, de eerste verzameling gebruik je niet voor een ander doel, maar de tweede en derde duidelijk wel.
Dat betekent dus ook dat je bij het invullen van deze 6 intakevragen wezenlijk verschillende antwoorden krijgt per verzameling persoonsgegevens (waarvan het oorspronkelijke doel afwijkt van het voorgenomen doel).
Zichtbaarheid van de antwoorden in het verdere invulproces
Omdat de antwoorden op deze intake-vragen je referentiekader vormen bij het invullen van de onverenigbaarheidsvragen (in het volgende onderdeel), zullen deze steeds raadpleegbaar blijven, doordat ze via het menu aan de zijkant opvraagbaar zijn.
Hulp bij het snappen
De Wbp is een ingewikkelde regeling en bevat vele abstracte en juridisch technische termen. Daarom bevat de tool hyperlinks die je naar doorleiden naar uitgebreidere uitleg en de relevante wetsartikelen.
(on)verenigbaarheid
Nadat je de feiten hebt vastgelegd, kan je overgaan tot het maken van de inschatting of je voorgenomen gebruik niet onverenigbaar is in de zin van artikel 9 Wbp. Die inschatting baseer je op de scores die je maakt op de vijf elementen die artikel 9 Wbp noemt, te weten:
- De verwantschap van de doelen
- De aard van de gegevens
- De gevolgen van de verwerking
- De wijze van verkrijging van de gegevens en
- De waarborgen.
In de lijst hieronder zie je de 35 te beantwoorden vragen, onderverdeeld over deze 5 elementen. Deze (on)verenigbaarheidsvragen zijn geformuleerd in de vorm van stellingen. Als de stelling op je van toepassing is, beantwoord je de vraag met ‘ja’ (en zo niet met ‘nee’) door het relevante boxje aan te vinken. Iedere vraag bevat steeds een toelichting, op te vragen via de 'Toelichting op vraag'-knop.
De tool converteert vervolgens je antwoorden, na weging, in een totaalscore die aangeeft hoe je voorgenomen gebruik scoort op de '(on)verenigbaarheidstoets' van artikel 9 Wbp. Deze score wordt afgebeeld in een grafiek en geeft een indicatie over de toelaatbaarheid van je voorgenomen gebruik en doet handreikingen hoe een ‘te lage’ score verbeterd kan worden.
A. Verwantschap
Wat wordt hiermee bedoeld?
Het eerste element ter beoordeling of een voorgenomen verwerking van persoonsgegevens niet onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor de gegevens zijn verzameld, betreft de verwantschap van het oorspronkelijke en het nieuwe doel. Wat wordt er bedoeld met verwantschap en hoe kun je dit beoordelen? Hoe dichter deze twee doelen bij elkaar liggen (oftewel hoe meer verwant ze zijn), hoe eerder de verdere verwerking verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld.
B. Aard van de gegevens
Wat wordt hiermee bedoeld?
Het tweede element van artikel 9 Wbp aan de hand waarvan je moet beoordelen of een nieuwe verwerking van gegevens niet onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor de gegevens verzameld zijn, betreft de aard van gegevens. Naarmate de aard van de gegevens meer 'bijzonder' is, zal verenigbaarheid van de voorgenomen verwerking met het oorspronkelijke doel (of doelen) kleiner zijn. Dat 'bijzondere' gaat overigens verder dan het wettelijke regime (art 16 Wbp noemt deze op): ook andere gegevens kunnen naar hun aard bijzonder zijn. Denk bijvoorbeeld aan informatie over iemands financiële positie, gegevens over minderjarigen en locatiegegevens van iemands mobiele telefoon. De groep van gegevens die door de Autoriteit Persoonsgegevens als gevoelig wordt aangemerkt, wordt overigens steeds breder (bijvoorbeeld gegevens die kunnen worden gebruikt in het kader van identiteitsdiefstal), zie https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/richtsnoeren_meldplicht_datalekken.pdf.
C. Gevolgen van de verwerking
Wat wordt hiermee bedoeld?
Het derde element van artikel 9 Wbp aan de hand waarvan je moet beoordelen of een nieuwe verwerking van gegevens niet onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor de gegevens verzameld zijn, betreft de gevolgen die de verwerking van gegevens kan hebben voor de betrokkene. Welke implicaties heeft voorgenomen verwerking voor de persoon in kwestie? Naarmate de relatie tussen de verwerking en gevolgen directer zijn zal voorgenomen verwerking eerder onverenigbaar zijn. Dit geldt in nog sterkere mate als de gevolgen negatief kunnen uitpakken. Indien de gegevensverwerking niet leidt tot het nemen van een beslissing, zal er minder snel sprake van onverenigbaar gebruik van gegevens.
D. Wijze van verkrijgen van de gegevens
Wat wordt hiermee bedoeld?
Het vierde element van artikel 9 Wbp aan de hand waarvan je moet beoordelen of een nieuwe verwerking van gegevens niet onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor de gegevens verzameld zijn, betreft de wijze waarop de gegevens zijn verkregen (in het kader van de oorspronkelijke verzameling). Is er bijvoorbeeld sprake van verplichting tot gegevensverstrekking of is er sprake van vrijwilligheid. In het algemeen zal de beoordeling van de verenigbaarheid strenger moeten zijn als de betrokkene minder keuzevrijheid had. Ook de afspraken en voorwaarden waaronder de verstrekking heeft plaatsgevonden spelen uiteraard een rol. Bedenk daarnaast dat gegevens die op grond van een publiekrechtelijke verplichting zijn vergaard, niet zonder meer kunnen worden gebruikt voor privaatrechtelijke doeleinden. Dit is in beginsel onverenigbaar met het oorspronkelijk doel waarvoor zij zijn vergaard.
E. De waarborgen
Wat wordt hiermee bedoeld?
De Wbp stelt dat ook de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen moet worden meegenomen bij het bepalen of een nieuw doel niet onverenigbaar is. Passende waarborgen kunnen op technisch en organisatorisch gebied worden getroffen. Welke waarborgen passend zijn zal steeds per concreet geval moeten worden beoordeeld. Het voorzien in passende waarborgen maakt het mogelijk om een minder goede score op de voorgaande elementen (enigszins) te ‘compenseren’ en verdere verwerking aldus toch niet onverenigbaar te maken. Het is echter niet zo dat het enkel scheppen van waarborgen op zich voldoende kan zijn om onverenigbaarheid op te heffen.
De uitkomsten
De uitkomsten van je antwoorden op de (on)verenigbaarheidsvragen en de interpretatie daarvan
In de grafiek hieronder en de daarbij horende toelichting zie je de scores die je gehaald hebt op de 5 elementen van artikel 9 lid 2 Wbp aan de hand waarvan je kan beoordelen of je voorgenomen verwerking van gegevens niet onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor de gegevens verzameld zijn.
Je scores zijn weergegeven op een schaal van 0 - 100%. Een score van 100% betekent dat je op dat element maximaal hebt gescoord en je voorgenomen verwerking, in ieder geval op dat element, zeker verenigbaar zal zijn.
Hoe zijn de uitkomsten verkregen?
De percentages zijn het resultaat van, uiteraard, je antwoorden op de vragen, maar ook van het belang van de individuele vragen binnen het element. De tool weegt namelijk het belang van iedere vraag. Er zijn drie categorieën vragen: categorie A telt 1 keer, categorie B telt 1,5 keer en categorie C telt 2 keer mee op het totaal. Deze weging is gebaseerd op de mening van enkele experts die bij het maken van de tool zijn geraadpleegd. Uiteraard is deze weging tot op enige hoogte arbitrair, maar hieraan valt niet te ontkomen.
Interpretatie van de uitkomsten
De tabel verbindt ook een aantal conclusies aan je scores op de verschillende elementen. Het kantelpunt van deze conclusies is gesteld op 50%. Uiteraard moet je hierbij in gedachten houden dat ook dit tot op enige hoogte arbitrair is. De conclusies bevatten ook aanbevelingen hoe je een lage score op een element kan verbeteren, mede in samenhang met de andere elementen.
Let wel, bij het formuleren van het eindoordeel – is het onverenigbaar of niet? – moet je de scores op de 5 elementen steeds allemaal in ogenschouw nemen en op basis daarvan een totaalbeoordeling maken. Het is dus niet zo dat één factor per definitie zwaarder weegt dan een andere. Het gaat om het totaalbeeld. Daar komt nog bij dat in concrete gevallen ook andere factoren een rol kunnen spelen. Niettemin na invulling van de tool heb je zeker een indicatie van (on)verenigbaarheid en heb je inzicht waar verbeteringen mogelijk zijn.
Wat zijn de vervolgstappen?
Het invullen van de tool hoort bij het begin van het proces van inschatting van toelaatbaarheid van de voorgenomen verwerking. Het helpt bij het beantwoorden van de voorvragen en geeft een indicatie over de toelaatbaarheid. Een logische vervolgstap op het invullen van de tool is een terugkoppeling naar de beleidsverantwoordelijke dan wel naar een Wbp-expert, zoals een FG, om de uitkomsten nader te toetsen en, zo nodig, maatwerkoplossingen te vinden. Deze kan bijvoorbeeld bestaan uit het anonimiseren van persoonsgegevens, het verwijderen van bepaalde persoonsgegevens of het opschalen naar een hoger postcode niveau. Ook is het denkbaar alsnog naar een andere grondslag te zoeken door bijvoorbeeld (alsnog) toestemming te vragen aan de betrokkenen.
Begrenzingen van de tool
Uiteraard, het zij nog maar eens gezegd, is de tool geen panacee voor alle Wbp-kwalen: het levert slechts een indicatie en dwingt tot het beantwoorden van vragen die gesteld (en beantwoord) moeten worden voorafgaand aan een voorgenomen verwerking onder artikel 9 Wbp. Daarbij moet wel steeds in gedachten gehouden worden dat:
- de Wbp nu eenmaal abstract is en ondanks de concretiseringslag die de tool maakt, het uiteindelijk gaat om een eigen inschatting;
- die abstractie er ook toe leidt dat de adviezen om tekortkomingen op te lossen nimmer heel concreet kunnen worden.